Deurbel

DeurbelMijn deurbel heeft een lampje. Het was me nog nooit opgevallen, totdat het rode lichtje naast de drukknop op een avond opeens aan stond. Ik bekeek het oplichtende LED-je. Wat betekende het? Waren de batterijen bijna op? Ik drukte op de knop en hoorde in huis de deurbel overgaan. Dat was het dus niet. Vals alarm? Het lichtje was in elk geval uit gegaan.

Het lampje was in mijn hoofd niet uit gegaan. Ik had mijn jas opgehangen en was de woonkamer in gelopen terwijl ik me afvroeg wat het rode lampje bij de voordeur me duidelijk had willen maken. Tot nu toe had het jarenlang onopvallend zijn werk gedaan, zonder opzichtig lichtvertoon. Waarom nu dan opeens een rood lampje? Ik begreep dat, als ik antwoorden wilde krijgen, ik aan iemand de vraag moest stellen. Ik besloot dat dus te doen.
Dat bracht me bij het volgende probleem. Degene aan wie ik het beste de vraag kon stellen was degene die het dichtst bij de bron van mijn vraag zat. En dat was in deze situatie de deurbel. Maar hoe pakte je dat aan, een vraag stellen aan een elektronisch apparaat? Bovendien, deurbellen bestonden uit twee delen, een kastje met een drukknop, en een lampje, dat naast de voordeur hing en een kastje binnenshuis dat de gong bevatte en in mijn geval in een stopcontact onder de eettafel stak. Ik liep naar de achterkamer, schoof de stoelen aan de kant en kroop op handen en voeten onder de tafel naar het stopcontact. Het kastje met de gong leek me de beste plek om als eerste uit te proberen. Het was per slot van rekening het onderdeel van de deurbel dat geluid maakte.
Het lichtje in het kleine witte kastje voor me scheen me rood tegemoet. Ook dit onderdeel van de deurbel bevatte een LED-lampje, maar dat wist ik allang. Dit lichtje brandde namelijk altijd en gaf aan dat het elektronische belcircuit voorzien werd van een continue stroom aan elektriciteit en dat alles naar behoren werkte.
’Hallo, hm, deurbel,’ zei ik onzeker. Ik besefte hoe onhandig de afwezigheid van een naam was. ‘Hallo, deurbel. Ik zag dat er bij de voordeur een rood lichtje brandde, naast de belknop. Kun je me vertellen wat het betekent?’
‘En dat vraag je aan mij?’ klonk het sputterend. ‘Waarom kijk je niet gewoon in de handleiding? Heb je die überhaupt wel eens opengeslagen?’
‘Euh, nee,’ zei ik verbouwereerd. Ik probeerde me te herinneren waar ik de verpakking van het apparaat kon hebben gelaten. Had ik de handleiding ongelezen weggegooid? Ik kon me in elk geval niets herinneren over betekenissen van rood oplichtende LED-lampjes bij voordeuren.
‘Geintje,’ hoorde ik deurbel grinniken. ‘Handleidingen zijn zowat uitgestorven. Ze worden toch nooit gelezen. Tegenwoordig kom je alleen nog snelstartgidsen tegen die op de zijkant van het doosje passen. De rest moet zichzelf wijzen.’
Ik zag het LED-je even knipperen, alsof deurbel me een speelse knipoog schonk.
‘O,’ zei ik. ‘Ik vroeg het me af omdat ik het lampje nog nooit heb zien branden. Het lampje buiten, bedoel ik. Ik dacht dat er iets met de batterijen aan de hand was op zoiets.’
‘Je weet hoe een telefoonbeantwoorder werkt?’ onderbrak deurbel me. ‘Misschien is het een beetje van voor jouw tijd, maar het principe is hetzelfde als de werking van het LED-je op je smartphone. Wat betekent het als dat lichtje brandt? Nou?’
‘Dan heeft er iemand gebeld?’ probeerde ik. Terwijl mijn rug ongemakkelijk tegen het tafelblad drukte verschoof ik mijn pijnlijk wordende knieën.
‘Dan heeft er iemand een berichtje achtergelaten.’ Deurbel klonk zowaar triomfantelijk, alsof hij dolblij was eindelijk eens deze functionaliteit te kunnen vernoemen.
‘Er is dus vandaag iemand voor me aan de deur geweest? En hij heeft een bericht voor me achtergelaten?’ Ik staarde naar het rood opgloeiende puntje voor me. Er kwam nooit iemand bij me aan de deur. Het was al jaren geleden dat de familie was langsgekomen en sinds ik naar deze uithoek was verhuisd hadden mijn vrienden me niet meer bezocht. Het adres leek bovendien zo afgelegen te liggen dat zelfs collectanten en colporteurs me niet wisten te vinden.
‘Wel, niet direct een bericht,’ zei deurbel. ‘Ik mis daarvoor de voicemail-functionaliteit, maar ik kan …’
‘Wacht even.’
Ik trok deurbel uit het stopcontact en schoof mezelf onder de eettafel uit. In de keuken zette ik een kruk bij de aanrecht en stak deurbel in één van de vrije stopcontacten.
‘Zo, daar zijn we weer,’ zei ik. ‘Je had het over een bericht dat iemand voor me achtergelaten had.’
‘Ja, hmm.’ Stopcontact knipperde weer even met zijn LED-je. Het zag er deze keer niet uit als een jolige knipoog. ‘Er was vanmiddag inderdaad iemand aan de deur, iemand die drie keer heeft gebeld. En als iemand zo vaak op de bel drukt, wel, neem maar van mij aan, dan is het urgent.’
Ik had ondertussen een blikje bier uit de koelkast gepakt. De aanblik van deurbel die zich nu boven de aanrecht aan het elektriciteitsnet zat te laven had me dorstig gemaakt.
‘Hij komt nog een keer terug?’ vroeg ik voordat ik een slok nam.
‘Bij iemand die zo vasthoudend is? Reken maar dat die de volgende dag weer op je stoep staat, hoogst waarschijnlijk ook nog eens rond hetzelfde tijdstip.’
Perfect. Ik had de volgende dag pas in de namiddag wat op het programma, dus kon ik mijn bezoek ontvangen voordat ik de stad in moest.
‘Bedankt,’ zei ik. Ik trok deurbel uit het stopcontact en liep terug naar de eettafel.

Het was iemand van de pakketdienst. Ik had koffie gezet, maar de beste man moest er na de ontvangst van mijn handtekening meteen weer vandoor. Er wachtten nog een hoop andere mensen op hun pakketjes.
Ik zette mijn pakje ongeopend op de eettafel. Opeens was de behoefte de stoelen aan de kant te schuiven en onder de tafel te kruipen overweldigend, maar ik deed het niet. Anders dan gisteren leek een babbeltje met mijn elektronische deurbel nu opeens absurd.
Ik liep naar de keuken voor een schaar en een blikje bier en prees mezelf dat ik niet had toegegeven aan deze beschamende opwelling. Iets wat ik de dag ervoor wel had gedaan. Ik kalmeerde mezelf met de gedachte dat het altijd erger kon. Ik schold in ieder geval nog niet tegen het beeldscherm van mijn computer.


Dit verhaal is voorgedragen in het Schrijverscafé Kunstkring Voorst.